![]() |
De Hut![]() De Hut ligt aan de rand van De Mortelen. Een gebied van 1074 ha tussen Oirschot, Boxtel en Best. De Mortelen is een fraai voorbeeld van het hoeven- of kampenlandschap. Zoals de naam al aangeeft (mortel = dras) is het een laag gelegen gebied dat in vroeger tijden veel vennen heeft gekend. Er lopen een elftal kleine weggetjes de Mortelen in, maar ze eindigen altijd in een of ander zeer drassig perceel. Er zijn dus geen doorlopende paden. Dit ontginningslandschap ontstond in de loop van de 12e eeuw, aan de rand van (krans)akkerdorpen. Deze kransakkers waren tot stand gekomen door collectieve ontginning van bos tot heide en akkers. De laaggelegen delen van het gebied werden gebruikt voor weilanden voor het jongvee. Door de toenemende bevolkingsdruk in de tweede helft van de Middeleeuwen zocht men een uitweg in wildernisgebieden die men tot dan toe links had laten liggen. Vanaf de hoger gelegen akkerdorpen Oirschot, Straten, Hedel, Notel en Snepseind doken de kolonisten de nog maagdelijke Mortelen in, een moerasgebied met hier en daar dekzandkopjes. De Mortelen is niet op collectieve wijze ontgonnen, maar op individuele basis. Bij vererving werd elk der erflaters een deel van elke grondsoort nagelaten. De verschillende gebiedsonderdelen werden steeds verder opgedeeld. Het was niet zo dat de ene erflater het bos, de ander de akkers en weer een ander de beemden toegewezen kreeg. Ieder kreeg een deel bos, een deel wei en een deel akker. De eigendomsgrenzen werden vervolgens gemarkeerd door houtwallen en boomrijen. Even verderop (richting Liempde) zien we hier nog de zogenaamde rabatten in het natte terrein. Deze bedjes of rabatten stammen nog uit de tijd van Frederik Hendrik. Deze belegeraar van Den Bosch (1629) verordonneerde dat ook lager gelegen, drassige gronden productief gemaakt moesten worden. Door het graven van sloten en het opwerpen van de rabatten, konden bomen worden aangeplant. Die bomen waren nodig voor het leger als brandhout en bouwhout. ![]() |