![]() |
De Molenstreek De Molenstreek is een perceel (weiland of akker) welke behoorde bij de Stratensche Molen die een paar honderd meter naar het zuiden heeft gestaan. Verschillende percelen en straten hebben nog een naam die betrekking heeft op de molen die hier gestaan heeft. Bijvoorbeeld "Moleneind", zoals het buurtschap hier heet. ![]() De oudste vermelding van een windmolen in in Straten is al uit 1355."In 1355 oorkondt Hertog Jan III van Brabant, dat hij het octrooi bevestigt, dat door zijn rentmeester Alard van Os verleend is aan Jan de Molder, zoon van wijlen Arndt Slynterwater, om een windmolen te bouwen in Oirschot onder Straten, die tegen een jaarcijns aan de hertog het recht van wind zal hebben." In het Canonon van Oirschot lezen we het volgende: Op 3 mei 1858 koopt Joseph van Esch een gedeelte van een perceel grond in de Aarle-akkers voor f. 370,00 waarop hij in 1859 de molen heeft herbouwd. "de Standerdmolen" die bijna 100 jaar later in 1954 wordt gesloopt. Gezien de korte tijd die er is tussen de sloop in het Moleneind en de herbouw in de Aarle-akkers is het wel aannemelijk dat hier veel materiaal gebruikt is van de gesloopte molen. Joseph van Esch is overleden in 1878 en de molen wordt in 1886 vererft door de kinderen Ebben van Esch. Zij woonden niet in Oirschot maar verhuurden de molen. In 1889 wordt Antony Kerkhofs de nieuwe eigenaar tot 1906. Ook komen de namen van de mulders Theewis en van Gorp in de verhalen voor, maar zij zijn blijkbaar geen eigenaar geweest want in 1908 is de vroegere molenaarsknecht van de familie van Esch, Frans van Kessel, de eigenaar van de molen. Frans van Kessel, die zelf geen kinderen had, neemt in 1910 Thomas van Kessel, de zoon van zijn broer Henricus van Kessel uit St. Oedenrode, in dienst. Thomas neemt in 1925 de molen over van ome Frans en hoewel er rond 1930 al hier en daar molens tot stilstand kwamen werd in 1934 de "Standerdmolen van Straten" nog opgeknapt en van stroomlijnprofielen op de roeden voorzien ( systeem Dekker ). Zo kon de molen beter profiteren van de wind. Bij gelegenheid van deze oplevering was de toenmalige commissaris van de Koningin in Noord- Brabant jhr. mr. dr. A.B.G.M. van Rijckevorsel aanwezig. Ondanks het succes van gestroomlijnde wieken werd er na de oorlog nog maar weinig met de molen gemalen. De stoommachine nam veel werk over en hiermee was men niet afhankelijk van de wind. De molen raakte in verval en in 1952 werd hij gesloopt. Van het hout van de standerd en steunbalken zijn stoelen en een dressoir gemaakt door de meubelmaker van de Ven, een gedeelte is gebruikt bij een restauratie van chatelet Sonnevanck. De wieken zijn gebruikt bij een restauratie van de molen in Rucphen en deze is nog in gebruik bij speciale gelegenheden. ![]() |