Mooi StratenDe officële naam van deze langgevelboederij was rond 1620 Huize "Aen't Sleebosch". In de verpondingsregisters van de hertgang (=buurtschap) Straten kan je vanaf 1620 de eigenaar of bewoners vinden en de geschatte belastingaanslag.
Bij de boederij stonden vroeger veel sleedoornstruiken (of sleepruinen), vandaar waarschijnlijk de naam. In de monumentenlijst van Oirschot wordt het huis omschreven als "Kleine boerderij van het Noord-Brabantse langgeveltype, gedekt door een rieten wolfdak". Dat er sprae is van een "Langegevel boerderij" is een vergissing of fout omdat de voordeur in de korte gevel, ofwel zijgevel, zit.
Een kortgevelboerderij is een boerderijtype van het hallenhuistype dat vooral in het noordoostelijk deel van de provincie Noord-Brabant voorkomt.
In tegenstelling tot de langgevelboerderij, die kenmerkend is voor een groot deel van deze provincie, bevindt de ingang naar het woonhuis zich bij de kortgevelboerderij in de voorgevel. Een dergelijke boerderij is ook veel breder en gedrongener dan de langgevelboerderij.
De indeling bestaat van voor naar achteren uit het woonhuis, de potstal en de schuur.
Opvallend aan deze boerderij was dat er geen grond bij het huis lag. De boerderij was geheel omzoomt met wegen. Aan de rechterzijde is nu nog een gemeenschappelijke inrit met de buren die hier aan herinnert en de inrit van de boerderij aan de linkerzijde komt aan de achterzijde tot aan de gemeenschappelijke inrit. Op de afbeeldig (uitsnede uit de landmeterskaart van 1792) is goed te zien hoe de wegen toen liepen. Duidelijk is te zien dat er toen nog een drietal boerderijen meer hebben gestaan dan nu.Bij de geschiedenis van de Antoniuskapel is er sprake van dat de eerste houten en met plaggen beklede kapel gestaan heeft op dit perceel helemaal links, waar nu de schuur staat. Hier zijn geen harde aanwijzingen van, maar de kans is groot dat de plats waar de kapel nu staat niet de eerste locatie is geweest. Op deze kaart lijkt dat ook zeer waarschijnlijk omdat hij anders precies op de weg heeft gestaan. Het blauwachtig lijntje bij de percelen 532 en 533 is namelijk de loop, die nu in een buis onder het grasveldje doorloopt. Op oude foto's staat de kapel wel direct naast de sloot.
